In de voedingsindustrie is het doel om producten te maken die lekker en veilig zijn. Je leert in je opleiding wat er belangrijk is zodat de producten aan deze eisen voldoen. Je leert dus alles over voedselkwaliteit en -veiligheid. Om goed te bepalen of iets veilig is, leer je om metingen te doen en om monsters te nemen en te analyseren.
Naast vakken die met de voedselkwaliteit te maken hebben, krijg je ook Nederlands, Engels, burgerschap en rekenen.Als je de BOL-opleiding doet leer je de meeste dingen op school. Kies je voor de BBL-leerroute? Dan leer je juist meer door in de praktijk aan het werk te gaan.
Tijdens je opleiding krijg je een combinatie van theorie- en praktijkles. Tijdens de praktijkles leer je om de theorie toe te passen. Dat leer je ook tijdens de stages die je bij een bakkerij loopt (BOL) of tijdens je werk in de bakkerij (BBL). Hier leer je meer over de praktijk en hoe het is om te werken in een team.